Trusted Shops badge

Boedapest Festivalorkest: Brahms — 2

Over het evenement

Dompel jezelf onder in de verbluffende architectuur van het adembenemende Paleis voor Schone Kunsten in Boedapest voor het ultieme concert dat je begrip van klassieke muziek zal doen ontwaken.

Na hun optreden in februari, staat BFO in mei klaar om te schitteren met twee extra stukken uit Brahms' Hongaarse Dansen, een meeslepend concerto en een symfonie die diep in het hart van de muzikale expressie duikt. De afsluitende dans van de reeks, ook een van de meest melodieuze, zal de toon zetten voor elk segment. De voorstelling wordt afgesloten met de melancholische Symfonie in E mineur van Brahms, een muzikale reis van de Middeleeuwen naar de Romantiek. Het stuk voor de pauze, oorspronkelijk bedoeld als vijfde symfonie, werd omgevormd tot een dubbelconcert. De betoverende noten van de viool komen van de Stradivarius uit 1693, bespeeld door Veronika Eberle, wier geluid, zoals beschreven door een Bachtrack‐recensent, aanvoelt 'als een zonnestraal die door de wolken priemt'. Samen met haar staat de legendarische en veelzijdige Steven Isserlis op het podium. Hij is opgenomen in de Gramophone Hall of Fame en geroemd om zijn rol als cellist, schrijver, muziekpionier en fervent liefhebber.

De eenentwintig Hongaarse dansen van Brahms vormen het kroonjuweel van zijn oeuvre. Ede Reményi, een violistische metgezel van de componist, leerde hem de betoverende melodieën van de Hongaarse stadszigeunermuziek kennen, in het bijzonder de genres csárdás en verbunkos. Brahms' arrangementen voor pianoduetten zijn iconischer geworden in hun orkestrale vertolkingen. De levendige 21e Hongaarse dans, gekenmerkt door zijn snelle ritme, ingewikkelde versieringen en de dominantie van de fluit, roept beelden op van deskundige volksblokfluituitvoeringen. De 14e dans valt op als een van de zeldzame stukken waarin Brahms een originele melodie creëerde, een langzaam, gracieus nummer dat de elegantie van een palotás, een traditionele Hongaarse hofdans, weerspiegelt.

In een brief aan Clara Schumann merkte Brahms grappend op: "Ik werd gegrepen door het idee om een concerto voor viool en cello te maken." Dit dubbelconcert diende als een olijftak naar Joseph Joachim, om hun gespannen vriendschap te herstellen na Joachims omstreden scheiding met zijn vrouw Amalie — een geschil waarin Brahms de kant van Amalie had gekozen. In deze compositie vinden de cello‐ en de vioolsolo, die respectievelijk Brahms en Joachim vertegenwoordigen, harmonie in hun muzikale conversatie, wat hun verzoening in het echte leven weerspiegelt. Hoewel beide instrumenten schitteren in hun solo's, zijn het hun duetten die het publiek boeien, vooral wanneer ze unisono spelen. Na een uitgebreid inleidend en langzaam deel eindigt het stuk op een lichtere noot.

In tegenstelling tot Brahms' zorgen over de ernstige toon van zijn Symfonie nr. 4, werd het debuut onder zijn leiding geprezen, met twee segmenten die toegiften verdienden met het orkest van Meiningen. De symfonie begint met een verstrengelde ritmische melodie en een rechtlijnig thema, dat in complexiteit escaleert. Na de klassieke sonatevorm laat een langzaam deel met een middeleeuwse frygische tonaliteit zien wat volgens velen Brahms' mooiste melodie is. Brahms toont zijn humor in het scherzo, waarbij de joviale sfeer wordt geaccentueerd door het delicate geklingel van een triangel. De finale, gemaakt in een barokke chaconne stijl, legt een laag over een Bach bas melodie met ingewikkelde variaties en leidt de symfonie naar een aangrijpend einde.

Gift card