Stravinski: De vuurvogel in het Weense Musikverein
Over het evenement
De droom van de mensheid om te vliegen, de grenzen van de technologie, jeugdige overmoed: de legende van Icarus, die met vleugels van was de lucht in gaat maar vervolgens neerstort omdat hij te dicht bij de zon vliegt en de was smelt, raakt ons vandaag de dag nog steeds – net als Lera Auerbach, die toegeeft dat ze haar werk 'Icarus' pas deze titel gaf nadat ze het had gecomponeerd. De boog spant van de Griekse mythologie tot Russische volksverhalen en reikt tot aan Igor Stravinsky's suite uit De Vuurvogel, waarvan de magische veer een belangrijke rol speelt in het hele ballet. Sergei Prokofievs Eerste Vioolconcert komt ertussen met een gewichtloze, zwevende cantilena, om later grillig te schitteren, een vuurvogel waardig. Voeg daar nog de slimme muzikale argumentatie van Samuel Barbers Tweede Essay aan toe, ooit in première gebracht door Bruno Walter in New York, en het schitterende programma waarmee de Japans‐Canadese violiste Karen Gomyo en de Russisch‐Amerikaanse dirigent Lidiya Yankovskaya hun debuut maken bij het Tonkünstler Orkest is compleet.
Wiener Musikverein
De Wiener Musikverein is een van 's werelds grootste concertzalen. Het gebouw, de thuisbasis van het Wiener Philharmoniker en het centrum van het Weense muziekleven, werd in 1870 geopend als onderdeel van een ambitieus plan om een elegante culturele boulevard langs de Ringstrasse te creëren. De Grote Zaal van de Musikverein, ontworpen in neoklassieke stijl om te lijken op een oude Griekse tempel, wordt dankzij zijn onberispelijke akoestiek beschouwd als een van de beste muziekzalen ter wereld.
In 2004 werden vier nieuwe zalen aan het gebouw toegevoegd. De Oostenrijkse architect Wilhelm Holzbauer erkende het esthetische belang van het bestaande gebouw en zocht naar manieren om de stijl te weerspiegelen in een moderne vormentaal. Elk van de vier nieuwe zalen is gericht op een ander materiaal: glas, metaal, steen en hout.