Strauss: Zarathustra in het Weense Musikverein

Over het evenement

Wie kent niet de monumentale C‐majeur fanfare waarmee Richard Strauss zijn toongedicht 'Also sprach Zarathustra' begint? Het lijkt je rechtstreeks uit de concertzaal de ruimte in te katapulteren, zoals blijkt uit het gebruik ervan als filmmuziek in Stanley Kubricks '2001: A Space Odyssey'. Toch is het slechts het begin van een aangrijpend werk dat losjes gebaseerd is op Friedrich Nietzsche, waarin Gregoriaanse gezangen, natuurgeluiden, walsen en archaïsche symbolen een fascinerend muzikaal pandemonium creëren. Jun Märkl behoeft geen introductie voor het publiek: sinds 2010 is hij een van de populairste gasten op het Tonkünstler‐podium. Deze keer schetsen hij en het orkest een portret van Richard Strauss in een drieluik van werken. Het grote, veelzijdige toongedicht met filosofische verwijzingen wordt begeleid door een absoluut muzikaal betoog: Strauss' Burlesque is een briljant, zeer virtuoos stuk waarin de piano steeds wisselende dialogen aangaat met het orkest en niet in de laatste plaats met de solo‐timpani – een prachtig debuutstuk voor de Oekraïense pianist Alexander Gavrylyuk. Met de danssuite naar François Couperin presenteert Jun Märkl Strauss ook als een tongue‐in‐cheek classicus: puur genot.

Wiener Musikverein

De Wiener Musikverein is een van 's werelds grootste concertzalen. Het gebouw, de thuisbasis van het Wiener Philharmoniker en het centrum van het Weense muziekleven, werd in 1870 geopend als onderdeel van een ambitieus plan om een elegante culturele boulevard langs de Ringstrasse te creëren. De Grote Zaal van de Musikverein, ontworpen in neoklassieke stijl om te lijken op een oude Griekse tempel, wordt dankzij zijn onberispelijke akoestiek beschouwd als een van de beste muziekzalen ter wereld.
In 2004 werden vier nieuwe zalen aan het gebouw toegevoegd. De Oostenrijkse architect Wilhelm Holzbauer erkende het esthetische belang van het bestaande gebouw en zocht naar manieren om de stijl te weerspiegelen in een moderne vormentaal. Elk van de vier nieuwe zalen is gericht op een ander materiaal: glas, metaal, steen en hout.