Dvořák
Over het evenement
Het enige pianoconcert van Antonín Dvořák wordt geflankeerd door twee van zijn populaire werken voor volledig orkest: dat is het programma van András Keller, die een van de belangrijkste pianisten van onze tijd heeft uitgenodigd om als solist op te treden voor het concerto uit 1876. Pierre‐Laurent Aimard is een goede bekende van de Hongaarse muziekscene, en de aantrekkingskracht is wederzijds: denk maar aan de decennialange toewijding van de Franse artiest aan de werken van Ligeti en Kurtág. Voorafgaand aan zijn uitvoering van het Pianoconcert in G klein, horen we de populairste van Dvořáks 'Natuur, Leven en Liefde' trilogie van ouvertures: de Carnavalsouverture, die het leven in al zijn verscheidenheid en kleur uitbeeldt. Net zoals deze compositie de luisteraar meesleept in een vrolijk tumult, voert het iconische werk van Dvořáks carrière, zijn Symfonie nr. 9 'Uit de Nieuwe Wereld' ons ook weg uit onze gebruikelijke omgeving: in dit geval naar Amerika, waar de nu al beroemde componist in de jaren 1890 drie jaar lang les gaf aan een conservatorium. Hoewel hij in New York werkte, is het niet de bruisende metropool die zijn laatste symfonie oproept, maar eerder de sfeer van de Amerikaanse folklore, natuurlijk vermengd met de Tsjechische melodieën die Dvořáks muzikale wereld zo onmiskenbaar maken.