Boedapest Festivalorkest: Rachmaninoff
Over het evenement
Dompel je onder in de verbluffende architectuur van het adembenemende Paleis voor Schone Kunsten in Boedapest voor het ultieme concert dat je begrip van klassieke muziek zal doen ontwaken.
Dompel je onder in melodieën die boekdelen spreken en woorden overbodig maken. Duik in de diepte van een pianoconcert dat zijn schepper uit de afgrond van wanhoop haalde en een symfonie die een pijnlijke fout uit het verleden goedmaakt. De werken van Rachmaninoff betoveren niet alleen door hun exquise schoonheid, maar vertellen ook het verhaal van hun geboorte. Terwijl sommige critici uit zijn tijd ze afdeden als overdreven sentimenteel, vinden wij daarentegen troost en schoonheid in hun melodieën.
Het concert wordt geopend met de orkestrale vertolking van 'Vocalise', een meesterwerk dat oorspronkelijk gecomponeerd was voor zangstem en piano. Dit juweel van de vocale canon wordt gevolgd door Rachmaninoffs Pianoconcert nr. 2, briljant uitgevoerd door Anna Vinnitskaya — een artieste die door de Washington Post wordt geroemd als 'een echte leeuwin' en door Gramophone wordt geprezen om haar 'oogverblindende spel van licht en schaduw'. Na een korte pauze zal de grote Symfonie nr. 2 door de zaal galmen.
'Waarom zou je je toevlucht nemen tot woorden als je stem en interpretatie kunnen communiceren met ongeëvenaarde zeggingskracht?' mijmerde Rachmaninoff ooit in een brief aan zangeres Antonina Nezhdanova, toen hij het laatste lied uit zijn Op. 34 set aan haar opdroeg. De stem in 'Vocalise' resoneert op een gekozen klinker en weeft melodieën die zo evocatief zijn dat je ze zou kunnen verwarren met de klaagzang van een viool. De orkestversie, van de hand van de componist zelf, versterkt de betoverende allure van het stuk nog meer.
Nu even over dat concerto… In 1901 onthulde Rachmaninoff zijn Pianoconcert nr. 2, waarmee hij een persoonlijke renaissance inluidde. Deze compositie, een zalfje voor de wonden van een eerdere publieke vernedering, fungeerde als zijn redding van alcohol en depressie. Dankbaarheid voor zijn herstel ging uit naar zijn therapeut, Nicolai Dahl, die hypnotherapie gebruikte om te helpen bij zowel de genezing van de componist als de creatie van het concerto. Dit magnum opus uit drie delen, vol betoverende melodieën, ingewikkelde dialogen, blazerssolo's en een grootse finale in C‐groot, symboliseert Rachmaninoffs feniksachtige wederopstanding. Hij bezweek nooit meer onder de schaduwen van de wanhoop.
Toch bleven symfonieën zijn achilleshiel. Na een onderbreking van tien jaar sinds de noodlottige Symfonie nr. 1, keerde hij terug naar het genre. Aanvankelijke ontevredenheid dwong tot herzieningen, wat leidde tot de première van Symfonie nr. 2 in 1908, onder Rachmaninoffs eigen leiding, in Sint‐Petersburg. Petersburg. Deze triomf leverde hem niet alleen de prestigieuze Glinka Prijs op, maar betekende ook zijn overwinning op demonen uit het verleden. Dit opus begint met een contemplatief intro, maar wordt later overspoeld door onstuimige energie. Terugkerende motieven, een rustig scherzo ontleend aan het 'Dies irae', en een prachtig langzaam deel culmineren in een stralende, grootse finale, die het verhaal van de componist over verlossing en wedergeboorte afrondt.